De C.10. werd in 1935-1936 als een tweepersoons en eenmotorige strategische verkenner in dienst genomen.

Alhoewel sneller en moderner dan de C.5. was de C.10. voor strategische verkenning ongeschikt. Dit lag aan haar beperkte vliegbereik van 830 km en de maximum snelheid van 316 km (kruissnelheid 270 km).

De bewapening bestond uit een voormitrailleur en een achtermitrailleur. Onder de vleugels was plaats voor 8 bommen van 50 kg, 16 van 25 kg, dan wel 4 bommen van 100 kg.

De C.10. was ingedeeld bij de Strategische Verkenningsvliegtuig Afdeling van het 1e Luchtvaartregiment. Tussen 10 en 14 mei werden, voornamelijk vanaf vliegkamp Bergen, vele bombardementsvluchten uitgevoerd. Op 10 mei waren de vliegparken Waalhaven, Valkenburg, en Duitse troepen bij de Moerdijk de doelen. Op 12 mei werd het verkeersterrein bij het Feyenordstadion gebombardeerd.

Een dag later werden Duitsers bij de Grebbelinie bestookt. Op de laatste oorlogsdag werden de vliegtuigen via Schiphol overgevlogen naar Ruigenhoek. Van daaruit werden nog twee verkenningsvluchten uitgevoerd.

Eén C.10. (de 700) vloog ondanks een startverbod richting Frankrijk. Daar werd het op het vliegveld Mardyck bij Duinkerken achtergelaten. Van de twee bemanningsleden week er één uit naar Engeland, de ander keerde terug naar Nederland.

Slechts een enkele C.10. was uitgerust met een gesloten cockpit. Tijdens de meidagen droegen de vliegers de stalen legerhelm in plaats van de leren vliegerhelm. Door de geringe vlieghoogte op bombardementsvlchten was de bommenrichtkijker onbruikbaar. Er moest op het blote oog geworpen worden.

De C.10. deed niet alleen dienst bij de LuVA. Ze speelde o.a. ook een rol in de Fins-Russische oorlog (1939-1940), maar de aan het KNIL geleverde C-10s speelden geen rol tijdens de Japanse inval van 1942.

Daarentegen gebruikte de Luftwaffe buigemaakte C-Xs wel voor nachtbombardementen aan het Oostfront. De Zwitserse luchtmacht gebruikte de C-10 nog in 1954 als doelwit tijdens schietoefeningen.

Fokker leverde in totaal 16 C.10.'s aan de LuVA. Ze hadden de nummers 700 t/m 719 en 750.
De 700 en de 704-715 gevechtsklaar op Bergen.
De 701 en 702 waren in montage bij Fokker (30% gereed), de 703 was in reparatie (90%) gereed.

D 716 stond op Waalhaven
De 717 was in montage bij Fokker.
De 718 en 719 waren ingedeeld bij de Ie Verkenningsgroep.
De 750 is niet traceerbaar en was misschien alleen een proefexemplaar met een afwijkende motor en bewapening.

2 Fokker C.10. vliegtuigen door gevechtshandelingen.
1 Fokker C.10. vliegtuig door een andere oorzaak