Next aircraft

Typenumber
T.8
Type of aircraft
Torpedofighter
bomber
waterplane
Country
The Netherlands
Date first flight
1938
Crew
3-4
Wingspan
18.0 m
Lenght
13.0 m
Wing area
43.9 sq. m
Enginetype
2xWright "Whirlwind
Engine
power
440 hp each
Max. speed
358 km/h
Cruise speed
270 km/h
Climb rate
9.0 m/s
Ceiling
5600 m
Range
1700 km
Range
840 km
Payload
750 kg of bombs or torpedoes
Armament
1x7.62 mm machine gun, 1x12.7 mm machine gun
Service
Netherlands AF, RAF, Luftwaffe, Finland AF.

Fokker T.8W

De Fokker T.VIII W werd het eerste toestel van de in 1938 opgerichte torpedodienst van de MLD. Het toestel was in 1937 ontworpen en markeerde tegelijk voor Fokker de overgang naar een nieuwe constructie. Waar eerdere Fokkers nog opgebouwd werden uit een geheel metalen framewerk dat aan de voorzijde met aluminium plaat was bewerkt en de achterzijde overtrokken met linnen, werd voor het eerst de voorzijde van de romp geheel uit aluminium vervaardigd. Het middenstuk van de romp en de vleugels waren van hout en de achterzijde nog steeds met linnen overtrokken.

De geheel aluminium voorzijde markeerde echter de overstap naar Fokkers die geheel uit aluminium werden opgebouwd. Primair was de T.VIII W bedoeld ter vervanging van de verouderde T.IV, maar de eerste series bleven in Nederland terwijl de T.IV vooral in Nederlands-Indië opereerden.
De eerste vijf, de R-1 t/m R-5 werden in 1939 afgeleverd. De eerste vijf werden gestationeerd op De Mok op Texel. Vanuit strategisch oogpunt begon men echter de Nederlandse watervliegtuigen, na de Duitse inval in Polen in 1939, meer te verspreiden over zogenaamde vliegtuigsteunpunten. De R-1 t/m R-5 werden gestationeerd op het Braassemermeer.

De R-5 ging in 1939 verloren doordat het op een patrouillevlucht boven de oostelijke waddenzee door een Heinkel He 115 werd aangezien voor een Engels vliegtuig en werd neergeschoten. De opgepikte bemanning keerde ongedeerd terug naar Nederland. Dit incident resulteerde in de vervanging van de op Nederlandse vliegtuigen aanwezige rood-wit-blauwe rozet door een zwart omlijnde oranje driehoek.

De proefserie van vijf bleek echter zo goed te voldoen dat de MLD in 1939 een bestelling plaatste voor nog eens 19 exemplaren, dit type werd voortaan aangeduid als de T.VIII-W/G (G van Gemengde bouw). Deze serie werd gevolgd door een order van 12 toestellen van een nieuwe versie (T.VIII-W/M (Metaal)) speciaal voor Nederlands-Indië. Deze laatste twaalf zouden geheel van metaal worden gemaakt. Op 10 mei 1940 had Fokker naast de eerste vijf in totaal 9 toestellen geleverd. Naast de overgebleven R-1 t/m R-4 waren de R-6, R-7, R-9 en R-11 operationeel. Op 12 mei werden hier nog rechtsreeks uit de fabriek de R-8 en R-10 aan toegevoegd.

Voor Finland werden voorts nog een serie van vijf toestellen op stapel gezet (versie T.VIII-W/C). Deze waren iets groter, terwijl de drijvers konden worden vervangen door wielen of ski's. Voor de Finse toestellen zou tevens een andere motor worden gebruikt en wel de Bristol Mercury XI. Voor proef is één van de Finse toestellen uitgerust met een intrekbaar landingsgestel en kreeg typenaam T.VIII-L mee.

Tijdens de meidagen bleven de R-1, R-2 en R-3 bij de GVT2 (Groep Vliegtuigen) op het Braassemermeer. De R-4 hoorde ook tot de GVT2 maar werd in reserve gehouden op de Mok. De R-6, R-7, R-9 en R-11 waren ingedeeld bij de GVT4 met als basis de Westeinder plassen. De R-11 werd echter overgevlogen naar Schellingwoude voor de vesting Amsterdam.
Aangezien er tijdens de meidagen een tekort was aan torpedo's, zijn de toestellen bewapend geweest met bommen.

De eerste echte operatie van de GVT2 bestond uit het overbrengen van de Nederlandse politici Van Kleffens en Welter naar Londen. Bij deze operatie die uitgevoerd werd door de R-1, R-2, R-3, R-4 en de Fokker C.VIII W G-8 behaalde alleen de R-3, gelukkig met de politici aan boord, Engeland. De overige toestellen zijn op weg naar het rendevous punt vernield (R-4 en G-8) door Duitse jagers of door eigen personeel in brand gestoken na een noodlanding (R-2). De R-1 wist met lekgeschoten drijvers zich in veiligheid te brengen.

Op 13 mei kreeg de MLD opdracht uit te wijken naar Engeland. Ook de zeven luchtwaardige T.VIII W's vlogen via Frankrijk naar Engeland.In Engeland
In Engeland aangekomen bleken de Fokker T.VIII W toestellen de enigen die van daaruit werkelijk voor gevechtsdoeleinden konden worden ingezet. De vliegtuigen werden gestationeerd in Pembroke Dock in Wales alwaar zij de basis vormden voor het eerste Nederlandse squadron binnen de Coastel Command en wel het 320ste (Dutch) Squadron.

Ze kregen hier Engelse camouflage kleuren, herkenningstekens en registratienummers (AV958 t/m AV965). Als herkenning voor een Nederlands squadron werd aan de zijkant op de neus een kleine oranje driehoek aangebracht. De Fokkers werden gebruikt voor patrouille en konvooi diensten boven de Ierse Zee en voor vluchten naar bezet Nederland ten behoeve van het verzet.
Eind 1940 werden ze vervangen door bommenwerpers, welke door de Nederlandse Regering in ballingschap waren aangekocht. De T.VIII W's hadden hun werk gedaan en vooral door gebrek aan de juiste onderdelen kon men ze niet langer gebruiken. Alle exemplaren zijn gesloopt.

Weer Duitse Fokkers

In de eerste wereldoorlog was Fokker dé leverancier van vliegtuigen voor de Duitse luchtmacht.

De Fokkers waren zo gevreesd dat Duitsland geen enkel Fokker vliegtuig meer mocht bezitten. Met de inval in Nederland in mei 1940 kwam hier verandering in. Bij Fokker stonden talloze G.1 en T.VIII W toestellen op de productielijn en beide typen zijn dan ook voor de Duitsers afgebouwd. De G.1 is hiervan niet intensief gebruikt, eigenlijk alleen voor lesdoeleinden. De Fokker T.VIII W is echter intensief door de Duitse Luftwaffe gebruikt.
Bij de inval stonden bij Fokker de R-12 t/m R-36 op de productielijn, daarnaast stonden de voor Finland bedoelde FW-160 en FW-161 bijna klaar. Deze iets grotere versie is ook voor de Luftwaffe afgebouwd samen met nog drie van dit type die nog geen registratie hadden.

De Duitse toestellen zijn ingezet voor verkenningsdoeleinden boven de Noordzee en de Middellandse zee. De meeste toestellen waren ingedeeld bij de 1./SA Gr.126. (SeeAufklärungsGruppe).
Uiteindelijk zijn ze allen in 1943 vervangen door watervliegtuigen.


Fokker T.8W

Fokker T.8W

T VIII in german outfit

Fokker T.8W of the German Luftwaffe

Floatplane


Twin-engined floatplane, designed as torpedo bomber for the Dutch Navy.

The first T.8 prototype flew in 1938. The aircraft entered production in 1939.

Versions:

T.8-W/C - version for Finland, 5 built.
T.8-W/G - reconnaisance aircraft and torpedo bomber, 19 built.
T.8-W/M - maritime patrol and anti-submarine aircraft, 12 built.

After May 1940, some T.8.'s W were flown to England and used, with Dutch crews, for sea reconaissance; others were in German service.

24 T.VIII-Wg ordered 23 September 1938 (5 a/c) and 1 January 1939 (19 a/c). Delivered 25 April 1939 - 28 July 1939 and 10 May 1940 - 12 May 1940. Serials R-1 to R-24 allocated.

Only 6 of second batch actually delivered (making a total of 11 aircraft) due to German invasion. Torpedo-bomber recce floatplane. 8 escaped to UK 14 May 1940, and used to form 320 sqn on 1 June 1940.
12 T.VIII-Wm version ordered 1 February 1940 for use in NEI.

Serials R-25 to R-36 allocated but not used. Captured by Germans before any completed.

Total ordered was 36.