Boekbeschrijving

J.M. de Feijter, Adriaan Viruly
P. Noordhoff N.V., Groningen - Batavia
Eerste druk 1933, 2e druk 1934 en 3e 1939

In dit boekje, bestemd voor de Nederlandse en Indische schooljeugd, wordt verhaald van de reis met een KLM DC3 naar Indie. We volgen De Heer Albertz op zijn reis naar Batavia.

Het boek is vooral educatief, met de bedoeling om zowel leerzaam als ontspannend te zijn.

Inleiding

Dit leesboek geeft iets nieuws: het verhaal van een reis naar Indië door de lucht.

Een aantrekkelijk onderwerp! De lezer beoordele, of wij erin geslaagd zijn het aantrekkelijk te behandelen.

Nieuws geeft dit werkje ook in de in het verhaal verwerkte "leerstof"; wat reeds in allerlei schoolboekjes en -handleidingen is besproken, hebben wij weggelaten of slechts aangestipt.

We schreven "Met de K.L.M. naar Indië" voor de Nederlandse en de Indische schooljeugd. Moge onze arbeid iets bijdragen tot vermeerdering van de reeds bestaande wederzijdse belangstelling en zo leiden tot versterking van de band, die Nederland en Indië samenhoudt.

Scheveningen, 1933. J. M. de F.

Amsterdam. A

BIJ DE TWEEDE DRUK.

De eerste druk zag het licht in de herfst van 1933. De tweede zou gekomen zijn in de lente van 1934, als spellingonzekerheid geen vertraging had gebracht.

Wij bieden thans - zomer 1934! - de jeugd, in en buiten de school, dit boek opnieuw aan.

De inhoud onderging hier en daar een kleine verbetering. Enkele nieuwe foto's, waaronder een van de beroemde Pelikaan-bemanning, werden opgenomen.

Scheveningen, 1934. J. M. de F.

Amsterdam. A. V.

BIJ DE DERDE DRUK.

De derde druk - herzien en gewijzigd - is geheel op de hoogte van deze tijd gebracht.

Scheveningen, 1939. J. M. de F.

Amstelveen. A. V.

Met de KLM naar Indie

Citaat



Die 25e December was een dag van striemende
regen afgewisseld door felle buien van natte sneeuw. Al enige dagen was het zo. De donkere dagen voor en op Kerstmis waren dit jaar bij uitstek somber; vooral in de grote steden, waar het door de hoge huizen en het dofglimmende asfalt helemaal niet licht scheen te kunnen worden.

De familie Albertz had het voorrecht aan een ruim Amsterdams plein te wonen. Daar leek liet zo 'smiddags voor en na twaalven tenminste enigszins of het helder dag zou worden, maar de regen scheen er nog geduchter neer te kletteren dan in de straten.

Die 25e December! Ach, waarom lag er nu geen sneeuw, en stond er geen helderblauwe lucht boven de stad. Een beetje mistroostig stonden ze voor het raam, Herman en Eelco Albertz, en tuurden naar de druipende bomen en naar de schaarse voorbijgangers, die met moeite hun paraplu's in bedwang hielden.

"Vader," zei Herman ineens, "waar bent U morgen om deze tijd?"

Vader, die bij de haard zat te lezen, keek van zijn boek op.

Stuurhut van de Douglas DC-2. In het midden tussen de stuurwielen, de automatische piloot

"Laat eens kijken," antwoordde hij. "'t is nu drie uur. Niet ver van Napels, als alles goed gaat."

Die vraag van Herman was eigenlijk maar een aanloopje om nog eens te praten over de grote reis, die Vader de volgende dag zou ondernemen: Met de K.L.M. naar Indië!

Cabine van een Douglas

De laatste tijd was er bijna over niets anders gesproken. Ja, de middag van de 24e December had zelfs geheel in het teken van de vliegerij gestaan. Toen hadden de jongens met hun ouders Schiphol bezocht! En niemand minder dan den tweeden bestuurder van het vliegtuig, dat Vader naar Indië zou brengen, hadden ze daar ontmoet. Een buitenkansje!

Herman herinnerde zich alles levendig.

Eerst het vliegveld over. Daar daverden Nederlandse en vreemde passagiersvliegtuigen, daar ronktens militaire machines, daar streken enkele sportvliegtuigen neer. Toen naar de hangars, waarin grote en kleine Fokkers stonden uit te rusten en verscheidene mecaniciens aan het werk waren. En ten laatste naar de Douglas - Vaders vliegtuig! -

Wat een reus! De romp - bijna 20 meter lang! De vleugelwijdte 29 meter! In de vleugels - tanks, die ruim 3900 liter benzine konden bevatten, genoeg voor een afstand van 3000 km!