Boekbeschrijving

Ir. M.A. Geuze en M.P. de Bruin
Fanoy Boeken, Middelburg
1982

Boek over Zeeuwen buiten Zeeland, zoals graficus Dirk van Gelder, landdrost Arie P. Minderhoud en Dr.Ir. Frans den Hollander, spoorwegman.

En Viruly?

Mag Viruly onder de Zeeuwen worden gerekend?

Slechts zeven jaar in Zeeland doorgebracht. Hijzelf geeft voldoende antwoord in zijn stuk over Van Schagen in zijn boek ,Mannen": ,Maar ik heb daarbij ook bijna altijd het gevoel gehad, dat alles zijn kleur gekregen heeft door mijn jeugdjaren op Westkappel. Toen, tussen mijn negende en mijn zestiende, is het allemaal begonnen. Opkijken naar vliegtuigen... De Engelse en de Duitse in de eerste oorlog. Meisjes. Het lezen en daardoor het schrijven. De zee. De lucht. De vertes. Alles.

Die jaren hebben iets Zeeuws-essentieels bijgedragen aan alles wat me later overkwam".

Zeeuwen buiten Zeeland

Citaat


"Walcheren", gedicht. Klik om te lezen. Handgeschreven en op briefpapier van Adriaan Viruly en Mary Dresselhuys

Gedicht Walcheren

Ondanks de 10 voor Nederlands werd het tenslotte vliegen.

Als men Viruly's brief aan Van Schagen' leest dan zijn het eerder de nevelwolken, welke de Walcherse tramlokomotieven langs zijn kijkramen bliezen, dan de wolken op vlieghoogten die zijn leven en herinnering nog bezig houden en beroeren.

Ook al gaf hij ergens een hoofdstuk het begincitaat mee van Margot Vos:
,,Wolken en winden zijn de ruige gezellen die d' onstuimige banen boven d' aard bezeilen."

"U bent toch waarschijnlijk helemaal geen technicus?"

"Inderdaad; als mens ben je romanticus, anders ben je geen mens".

"Hebt u enig contact met de literaire wereld en zijn groepsvormingen?"

"Nee, ik sta daar volledig buiten. Het contact met de Van Schagens is bewaard gebleven, Jan de Hartog is één van mijn beste vrienden, maar hij woont in de Verenigde Staten, in Philadelphia tegenwoordig."

"U bent dus een typische Einzelganger zoals zij ook en waarschijnlijk ziet het professionele literatorendom u, net als De Hartog, niet voor vol aan."

"Toch ben ik een 20 jaar trouw lid van de PEN-club geweest, zelfs een zeer officieel afgevaardigde naar Tokio, tot het mij te politiek werd."

"U hebt toch politiek heel duidelijk stelling genomen, u schreef ,Man in de cockpit", u publiceerde die brief aan Titus Leezer, een brief die er niet om liegt. Hoe staat u nu tegenover het pacifisme?"

"Laat er geen misverstand bestaan, ik heb het pacifisme nooit verabsoluteerd; in 1940 heb ik me aangemeld voor dienstnemen, er is niets van gekomen. Ik heb kans gezien via Zweden in Engeland te komen, doch ben daar weer in de verkeersvliegerij op Lissabon gekomen. Maar als ze me daar hadden gewild, had ik het gedaan. lk accepteer dat iemand pacifist is, maar als men blij is dat Hitler verslagen is, dan is men geen pacifist."

lk zeg dat ik ,Weerzien bij Passchendale" erg bewonder, dat ik het zijn beste boek vind, dat er naar literaire maatstaven ongemeen goede passages in voorkomen, ook al is het als geheel niet op gelijk niveau. In dat ,,Weerzien te Passchendale" zet u zich op een gegeven moment af tegen negativisme ter zake van de religie.

,,Ik ben bezig dat boekje te herschrijven. U weet dat de compositie op flash-backs berust. Dat ben ik aan het omwerken. Het zal opnieuw uitgegeven worden. Wat uw tweede opmerking betreft: ik heb een ongelukkige liefde voor de godsdienst. lk ben wel een keer of vijf een paar dagen in een klooster geweest, een soort retraite. Het is ondenkbaar dat ik ooit rooms-katholiek zou worden, maar wanneer ik een rooms-katholiek hoor, raak ik geboeid, evengoed trouwens een Boeddhist. lk zou niet weten wat te zeggen als u mij naar God vroeg. Ik heb met atheisten veel meer gemeen, maar het is anderzijds zo, dat ik nooit een Multituliaan zou kunnen zijn."

,,In een van uw laatste verhalen (Zwartwit en kleur) gaat u te rade met het gezicht van deze tijd. U stelt zichzelf de vraag hoe nu een ex-gezagvoerder, die in discipline, orde en eer was blijven geloven, nog gedijen kan in dat latere klimaat van parasitisme en rellerige inspraak door onbekwamen.

U laat ook de Noorse zeekapitein in dat verhaal zeggen: ,Houen zo - dat willen alleen kerels van boven de vijftig. Als de jeugd altijd naar hen geluisterd had, voeren we hier om de Noord nog altijd in kajaks.

En tenslotte treft u dat Amerikaanse meisje, dat afscheid genomen heeft van het New York thuis en aan de puurheid van het Lapse dorp genoeg heeft. Maar niet ieder van ons, ik bedoel we kunnen niet met z'n alien naar Lapland gaan."

"Nee, maar wel naar de Veluwe. Mary (Dresselhuys, zijn vrouw) heeft een bootje in de Vecht".

lk leef tegen mijn zin hier in deze stad, die verloederd is. Het is om 't werk, om haar werk. lk ben een conservatief. Begrippen als vaderlandsliefde, eerlijkheid, Oranje, men ziet het als verouderde gevoelens. Een man als Plesman zou vandaag ondenkbaar zijn."

"Bent u eigenlijk niet altijd public relations officier van de KLM geweest, want al uw werk heeft toch een enorm stuk goodwill voor de KLM geschapen."

"Het tegendeel, er was een officiele afdeling voor public relations die op zijn prestige stond. De verhouding was officieel goed al was zij dan misschien niet zo van harte.

Wel heeft Plesman mij gevraagd voor het 15-jarig bestaan van de KLM, dat werd toen ,Alles OK ... draaien! "

"U hebt veel vertaald: De Saint Exupery, Shaw, Anouilh, u bent een groot bewonderaar van Shakespeare, wat leest u nu nog?"

'Van de Saint Exupery heb ik ,Vol de nuit" en ,Pilot de guerre" vertaald. Veel van het overige bracht het werk van mijn vrouw mee. Ik lees drie uur per dag, ik herlees veel, ,The Tempest" van Shakespeare nu misschien voor de zesde keer."

"Ook zijn sonnetten?"

",Vijftien stuks, niet meer; Thomas Mann, pas nog Joseph Roth's ,Radetzky-mars", voor een reis naar Oostenrijk. Van de modernen, Jan Cremer, heb ik helemaal niets gelezen; van Wolkers hier en daar enige bladzijden; van Mulisch één boek; ik houd van Karel Jonckheere, zijn verzen; maar de moderne Vlamingen ken ik niet. Tim Krabbé's ,De Renner" - dat zal niet verwonderen - vond ik bijzonder aardig."

"U houdt ook van Omar Khayam. Hoe kwam u zo tot het schrijven van "The green Hat"?"

"Mijn eerste boek was meteen een groot succes, mijn tweede minder, het derde weer. De uitgever, Andries Blitz, wilde toen wel iets extra's en aardigs doen en vandaar die luxe uitgave van 50 genummerde exemplaren. Later heeft hij er nog 1000 gewoon gedrukt. Ze hebben hem als Jood ook doodgemaakt.

"Mijn eerste boek "Voor Vrij Contact", was nauwelijks serieus dacht ik toen, het waren samengeraapte stukken, o.a. uit het Vaderland. Ik kreeg er f 100,- voor, later kreeg ik 15% van de ingenaaide prijs."

"U hebt ontzettend veel lezingen voor 't Nut e.d. gehouden, wat was uw motief."

"O, ik heb voor deze winter al weer een stuk of negen avonden geboekt, alleen is het nu in verzorgingshuizen e.d., waar een paar honderd mensen wonen; er komen er dan vijftig. Waarom ik dat doe? Gewoon, ik vind het leuk, ik doe het graag; ik draag dan ook wat van mezelf voor."

"lk heb één ding bewaard voor 't laatst, waar ik eigenlijk niet omheen kan. En ik zeg: ,In een naschrift bij uw boek "De zee en de overkant", gedateerd September 1954 verantwoordt u het toch verschijnen van die uitgave, na aanvankelijke aarzeling van wege het noodlottige vliegtuigongeval te Shannon. Hebt u dat gebeuren inmiddels verwerkt?"

"Verwerkt, wat is verwerkt. Nee en ja. Het was het moeilijkste wat me in mijn leven overkomen is; het was een paar maanden voor de beeindiging van mijn vliegersloopbaan wegens het bereiken van de pensioenleeftijd".

Heel je leven ben je bezig geweest te zorgen dat dit niet zal gebeuren. Het was een kwestie van enkele seconden, waarin ik de beslissingen moest nemen. Ik had het béter kunnen doen, ik ga niet vrij-uit. Er zijn doden bij gevallen.
De naam van de maatschappij, waarmee ik bijna pathologisch loyaal verbonden was, was in het geding.

Niemand bij de KLM heeft mij overigens ooit een verwijt gemaakt. Ik wilde toch dat het niet gebeurd was, al gevoel ik niet een directe schuld, natuurlijk speelt het een rol in je leven. Eerder was ik een Liberator kwijtgeraakt op New Foundland, waarbij ik echter geheel vrijuit ging (zie "De zee en de overkant", biz. 94 en 95)."

"En uw vooruitzichten wat de pen betreft?"

"Er zal een vierde, maar herschreven druk van "Vrouwen nemen de tijd" verschijnen - 't boek waar ik zelf misschien 't meeste van houd.

Dat de bundel Reissonnetten, aangevuld met nieuwe, weer gaat verschijnen, zei ik reeds. Als u wilt, geef ik van die nieuwe er één mee. En dan verschijnt er een nieuw boek van mij "De Grote Mythe", ook bij Nijgh & Van Ditmar.

Toen ik 18 was beklom ik de 2000 m hoge ,Grosze Mythen" bij het Vierwoudstedenmeer, op mijn 76ste probeerde ik dat nog eens. Tussen die twee beklimmingen ligt zowat mijn hele ]even ... dat er steeds meer als mythe inplaats van realiteit uit gaat zien. Dat boek speelt in Zwitserland - behalve het laatste samenvattende hoofdstuk, dat (vanzelfsprekend haast) in mijn oude dorp Westkapelle speelt. Want daar begon eigenlijk ... alles.

Ik heb mijn blocnote gesloten en we praten nog even na; over zijn kinderen, drie uit zijn eerste huwelijk, de oudste, een meisje, woont in New York, is bij de KLM en zal hij straks ontmoeten op de Dam; over Mary Dresselhuys, zijn derde echtgenote, waarover hij een boek publiceerde.

Dan brengt de grote grijze man mij naar de straat in de nabijheid, waar ik zijn moet en als lijn 25 zich aankondigt, snelt hij daarheen. Ik zie hem na, de vitale figuur van een wat oudere zeeman, iets doorgezakt in houding en knieen, misschien ken ik het viiegerstype onvoldoende.

Misschien is de luchtvaart zo identiek.