Willem van Veenendaal
J.M. Meulenhoff, Amsterdam
1957

Omslag door Bert Bouman

Op 22-jarige leeftijd ondergaat Willem van Veenendaal de luchtdoop. Soesterberg, Texel en Den Helder bleven zijn vaste punten op aarde.

Van 1929 tot 1954 vloog hij de toestellen van de K.L.M. van de Fokker F VII tot de Lockheed Constellation - over al 's Heeren landen en zeeen.

Hij zag veel en ontmoette velen. Van Ernest Hemingway tot garnalenvisser Korper, van palingvisser Piet Lont tot Bisschop Makarios.

De vissers en de groten der aarde hebben gevochten om de voornaamste plaats in Van Veenendaals leven.

Mag men zeggen, dat de eersten hebben overwonnen, als Van Veenendaals lijfspreuk (van Oosterse afkomst) is: De tijd die de mens met vissen heeft doorgebracht trekt Allah niet af van de tijd waarmee hij hem bedeelde?

Aan het Nederlandse viswater - bij paal 5.8 aan de Afsluitdijk in het bijzonder - is Van Veenendaal vaak te vinden. Daar vond hij de rust om in zijn geest de bocken te laten rijpen, die hij later schreef.

In dit boek Vlucht naar paal 5.8 overpeinst deze luchtboekanier wat de wereldbol hem te zien gaf aan exotische schoonheid en pralerige grootheid en is hij op zoek naar wat bestendig is tussen het grote en het kleine, tussen het cosmopolitische en het beslotene.

Vlucht naar paal 5.8

Citaat


'LE SALAIRE DE LA PEUR'

Zonder de vinnen van de vissen beweegt de mens zich voort onder water, zonder de vleugels van de vogels stijgt hij zo hoog boven de aarde dat hij niet meer opkijkt naar de vogels, maar de vogels naar hem.

Wanneer de techniek echter faalt, wordt de aardse mens, die toch alleen maar voorbestemd scheen te zijn zich niet hoger voort te bewegen dan tot de toppen der bomen, er aan herinnerd, hoe juist een catastrofe met een onderzeeboot of een vliegtuig het meest tot zijn verbeelding spreekt.

De media der publiciteit besteden er zelfs méér dan ruimschoots aandacht aan.

Een 'neergestort' vliegtuig is nieuws.

De overstroming in China, de mijnramp in Afrika, de honderden die vielen in Algiers, Cyprus, Mexico, als gevolg van opstanden, aardbevingen en ondergronds verzet, komen pas daarna.

De oorzaak van de meeste vliegtuigongevallen - zelden is er sprake van enig neerstorten - ligt meestal bij de mensen zelf, door menselijke fouten dus.

Wanneer Rubenstein bij het spelen van een moeilijke passage één verkeerde toets zou aanslaan, hoeveel toehoorders zullen er onder zijn auditorium zijn die hem vanwege die fout een negen, en niet de gebruikelijke tien willen geven?

Vermoedelijk niemand, want wie heeft het gehoord? Het aanslaan van één verkeerde toets tijdens een landing op instrumenten, het verrichten van één onjuiste handeling, één verkeerde interpretatie van de aanwijzing van één enkel instrument, zie daar in bepaalde omstandigheden de marge tussen de catastrofe en het veilig beeindigen van een vlucht.

Hoe tragisch ook, toch is de menselijke fout als oorzaak van een ongeluk de garantie voor het onbekommerd doorvliegen der anderen: 'dat kan, dat zal mij niet gebeuren.' Met de klemtoon op mij. Ik heb het geluk gehad slechts twee rampen van nabij te moeten meemaken. Beide speelden zich af in mijn laatste actieve vliegerjaar.

De eerste werd door enkelen toegeschreven aan vermoedelijk een in de stuurhut gemaakte fout en het betrof een verkeersvliegtuig dat in onmiddellijke nabijheid van een Duits vliegveld ten onder ging tijdens de landingsprocedure.

Het gebeurde vijf duizend meter beneden me, onder een gesloten wolkendek waar ik boven vloog.

Ik herinner me die dag nu nog, zo goed.

Van het opstaan in Rome, de rit langs de Via Appia naar Ciampino, de start, de klim, de aankomst op Schiphol, de thuiskomst in Amsterdam, het binnengaan van mijn woning, zelfs de brieven die er waren, de maaltijd, kortom alle handelingen, gedachten en indrukken van die dag.

Om negen uur was ik van Rome opgestegen, terugkerend van een vlucht naar het Verre Oosten.

Henderson, een Schot, was mijn medebestuurder. Een kerel, als ik het nog zo zeggen mag, waarmee je kolonien kon veroveren. Het weer tussen Rome, of beter tussen de Po-vlakte en Nederland, was vrij gunstig, hoewel we er op 5500 meter boven de Alpen nog in zaten.

Dit wil zeggen in een gesloten wolkendek, met wat lichte regen, sneeuw en weinig ijsaanzetting.

Maar het was rustig. Als een lemmet van een mes sneed de vleugel door de zachte witte brij. Het zal omtrent kwart voor één in de middag geweest zijn toen Zurich werd gepasseerd en we toestemming kregen naar 3000 meter te zakken.

We kregen ook een beker warme koffie van achteren en terwijl Henderson de besturing overnam, draaide ik bet radio-kompas op Jaarsveld voor de nieuwsberichten van een uur. We waren enkele weken uit bet land geweest.

Ik hoorde het tijdsein, vervolgens de slag van één... 'Hier is de Nieuwsdienst voor de Nederlandsche Radio Unie verzorgd door bet Algemeen Nederlands Persbureau ANP...' 'Het verkeersvliegtuig van de...'

Ogenblikkelijk beduidde ik Henderson ook zijn kop-telefoon op te zetten en mee te luisteren. Elkaar aankijkend luisterden we naar de eerste berichten omtrent de ramp van een vliegtuig, eveneens uit Rome vertrokken.

Alvorens verder te gaan met de andere berichten nam de omroeper de na een trieste mededeling gebruikte langere stilte in acht. Henderson deed zijn koptelefoon af

'Incredible....'

Incredible... wij wisten wie de gezagvoerder was, want wij hadden zijn naam en die van het toestel, dat uit Kano was gekomen, op het zwarte vluchtenbord gezien waarop de aankomsten en vertrektijden van alle doorgaande vliegtuigen worden aangegeven. Ik kende hem goed. Tijdens de oorlog hebben we samen eens een uur voor de pont bij de Hembrug moeten wachten en later, toen ik als passagier voor een detachering in Turkije naar Istanbul vloog, was hij de gezagvoerder van het toestel.

Hoe we in Rome en Istanbul aan de grond zijn gekomen weet ik nog niet, zo fantastisch waren zijn landingen. Tijdens het rollen over de startbaan naar het stationsgebouw in Istahbul was ik naar voren gelopen om hem te vragen of ik de machine voor mocht taxien.

'Waarom?' lachte bij.

'Frijns en Geerling staan op mij te wachten...' Zij waren collega's van ons.

De grap viel in goede aarde, want met zijn duim omhoog, draaide hij even zijn hoofd en gaf mij een apprecierend knipoogje.

Ja, hij landde fantastisch.

En daarom was dit niet te geloven en ook Henderson verdiepte zich in allerlei veronderstellingen... motor... falen van de radio... verkeerde hoogtemeteraanwijziging... ijs...

we wisten het niet.