Willem van Veenendaal
Plesman's vliegers van het eeste uur
N.V. Uitgeverij A. Roelofs van Goor, Amersfoort
1964

Met 25 foto's

De spoorzoekers van de KLM vlogen in leren jassen, met gevoerde heuplaarzen, zonder blindvlieginstrumenten, zonder radioverbinding met de aarde, naar Londen en Parijs, naar het Verre Oosten, met de kim als hun enige vriend.

Door hun verleden werd het heden mogelijk.

Geen treffender symbool voor die eerste vluchten dan de uitspraak van André Fougeron: Een spoor van blote voetafdrukken in het zand ... daarboven een vogel in volle vleugelslag.

De primitieve mens keek òp -naar de vogels. Boven de Andes blikt de KLM captain van nu op de Condor neer. Zijn verhouding met het Hoofdkantoor is formeel, de weg naar het pensioen is afgebakend als de luchtwegen boven zeeën en continenten en het blauw met de gouden galons heeft het leer vervangen.

Wie waren die vliegers van het eerste uur, die in de ellende van de Aziatische moeson en in de nevelflarden boven het Engelse Kanaal, Plesman wel eens verwensten maar altijd weer opnieuw de lucht ingingen?

Hoe bleven zij in leven, hoe zijn velen van hen gesneuveld? Pijl, Duimelaar, Geysendorffer, Parmentier, Tepas...

In "Ze vlogen als vogels" wordt de historie van de vóór-oorlogse KLM niet geloochend maar doorgelicht, teneinde de toekomst vruchtbaar te maken door geestdrift en esprit-de-corps

Ze vlogen als vogels

Willem van Veenendaal met Ernest K. Gann (auteur) in de haven van Spetses, Griekenland

Douglas in Napels, eindstation van de Batavia-Amsterdam dienst tijdens de oorlogstoestand in 1940